Zangeres Zonder Naam Zangeres Zonder Naam - Het parelsnoer

Klein Greetje kwam dikwijls bij grootmoe
Wel zes, zeven keer op een dag
Ze vindt 't bij grootmoe zo heerlijk
Omdat ze daar alles van mag
Ze rommelt in kasten en laden
Dat vindt ze zo heerlijk en fijn
Dan ziet ze een pracht van een parelsnoer
"Ach, grootmoeder, geef dat aan mij"

refrain:
Grootmoeder ziet haar aan, met tranen in haar oog:
"Greetje, m'n kind, kom even bij me staan
Jij vraagt aan mij, waarvan ik niet kan scheiden
Maar later, als je groter bent, krijg jij dat parelsnoer"

Klein Greetje liet 't hoofdje toen hangen
En keek naar de grond, vol verdriet:
"Ach grootmoeder, waarom krijg ik nou toch
Dat prachtige parelsnoer niet
U bent nu al reeds in de zeventig
Misschien gaat u spoedig wel dood
Dan kan u het mij niet meer geven
Ach grootmoe, ik ben toch al groot"

refrain

Er werd een klein grafje gedolven
De schooljeugd, die stond er omheen
Daarbij stond een huilende grootmoe
Die keek naar 't kistje benee'
Daarnaast stond een droevige vader
Die alles verloor wat hij had
Eerst had hij z'n vrouw moeten missen
En nu nog z'n enigste schat

Grootmoeder ziet 't kistje naar beneden gaan
"Greetje, m'n kind, wie had dat ooit gedacht
Dat jij van mij zo jong zou moeten scheiden
Dat parelsnoer, dat is er nog, maar jij bent er niet meer"